Waarom smaakt kraanwater anders in elke provincie?

Je drinkt een glas water in Groningen en merkt: het smaakt anders dan thuis. Misschien frisser, misschien juist wat zwaarder of met een rare nasmaak. Waarom smaakt kraanwater niet overal hetzelfde, terwijl de kwaliteit toch overal goed is? Het antwoord zit in de herkomst, samenstelling én behandeling van het water.

Niet elke regio tapt uit dezelfde bron

Waterbedrijven gebruiken drie soorten bronnen: grondwater, oppervlaktewater en duinwater. Elke provincie gebruikt een andere mix. Zo komt het kraanwater in Limburg vooral uit de diepe bodem, terwijl Zuid-Holland vaker rivierwater gebruikt dat flink gezuiverd moet worden.

Dat verschil proef je. Grondwater bevat meer opgeloste mineralen doordat het door verschillende aardlagen is gefilterd. Oppervlaktewater is gevoeliger voor invloeden van buitenaf, zoals temperatuurverschillen of verontreiniging. Duinwater zit daar qua eigenschappen een beetje tussenin.

Mineralen geven smaak

Wat jij proeft in water? Dat zijn vooral de mineralen. Calcium, magnesium, kalium en natrium bepalen hoe zacht of hard het smaakt. Water met veel calcium en magnesium noemen we ‘hard’. Dat heeft vaak een iets scherpere, soms wat bittere smaak. Zacht water bevat minder van deze stoffen en smaakt daardoor milder.

Omdat de verhouding van mineralen per regio sterk verschilt, smaakt ook het water uit de kraan nergens precies hetzelfde.

blije man drinkt glas water

De bodem beïnvloedt wat je proeft

Water legt een weg af voordat het uit jouw kraan stroomt. Tijdens die reis door de bodem neemt het allerlei stoffen op. Komt het water bijvoorbeeld door een kalkrijke ondergrond? Dan neemt het meer calcium op. En dat maakt het harder – en smaakvoller voor wie daar gevoelig voor is.

Ook sporen van ijzer of mangaan kunnen invloed hebben op de smaak. Zelfs als ze grotendeels verwijderd worden bij de zuivering, blijven kleine restjes soms merkbaar.

Van Utrecht tot Overijssel: het verschil zit in de details

Elke regio heeft zo z’n eigen watertype. In Utrecht staat kraanwater bekend als zacht en goed in balans. In Groningen en Overijssel smaakt het vaak harder. Noord-Hollanders merken dat ook, vooral bij het zetten van koffie of thee. En op sommige plekken proef je een zwavelachtige of metaalachtige ondertoon. Klein verschil, maar toch duidelijk voor wie erop let.

Het zuiveringsproces maakt het af

Ook het proces bij het waterbedrijf zelf telt mee. Ze gebruiken technieken als beluchting, filtratie, ontharding en desinfectie. Sommige bedrijven kiezen voor een andere aanpak per locatie, afhankelijk van het soort bronwater.

Bij Vitens bijvoorbeeld zie je dat goed: zij leveren water aan meerdere provincies, maar passen hun zuivering aan op het type grond en de lokale omstandigheden. Daardoor smaakt het water uit een kraan in Gelderland net anders dan dat in Friesland, ook al komt het van hetzelfde bedrijf.

Tijdelijke smaakverschillen

Soms verandert de smaak tijdelijk. Bijvoorbeeld als het waterbedrijf tijdelijk overstapt op een andere bron door droogte of vervuiling. Ook onderhoud aan leidingen of het spoelen van een waterreservoir kan invloed hebben. Je merkt het vaak niet eens, maar gevoelige drinkers proeven het meteen.

Wat bepaalt de smaak van jouw kraanwater?

  • De bron: grondwater, oppervlaktewater of duinwater
  • Het mineraalgehalte, vooral calcium en magnesium
  • De samenstelling van de bodem
  • Het zuiveringsproces van het waterbedrijf
  • Tijdelijke invloeden zoals onderhoud of bronwissel

Proef je streek uit de kraan

De kwaliteit van Nederlands kraanwater is overal hoog. Maar de smaak? Die verschilt. Door de bron, de mineralen, de bodem én het zuiveringsproces krijgt water een eigen karakter. Dus de volgende keer dat je ergens anders een glaasje drinkt, weet je: je proeft niet zomaar water – je proeft de streek.

Scroll naar boven