Is het motregen, lichte regen of regen?

Je stapt op de fiets. Het miezert een beetje, maar de neerslagradar laat niets zien. Heb je pech, of is er iets anders aan de hand? In Nederland valt regelmatig regen, in allerlei vormen. Toch zijn de verschillen tussen motregen, lichte regen en ‘gewone’ regen niet altijd even duidelijk. Deze blog helpt je het onderscheid te begrijpen: wat valt er precies uit de lucht, en waarom voelt het soms natter dan je zou verwachten?

Drie vormen van regen: wat moet je weten?

Als we spreken over regen, denken we meestal niet na over de varianten. Toch onderscheiden meteorologen drie soorten: motregen, lichte regen en matige tot zware regen. Het verschil zit in de grootte van de druppels, de hoeveelheid water die valt en het type wolken dat erbij hoort.

Voor wie het weer nauwgezet volgt — of gewoon wil weten waarom de jas ineens nat is — is het nuttig om te weten hoe deze vormen ontstaan en wat ze precies betekenen.

Wat is motregen?

Motregen bestaat uit extreem fijne druppels die vaak nauwelijks zichtbaar zijn. De diameter van deze druppels is kleiner dan 0,5 millimeter. Ze vallen uit laaghangende, uitgestrekte bewolking zoals stratus of stratocumulus. Deze bewolking zie je vooral in herfst en winter.

Per uur valt er bij motregen meestal minder dan één millimeter neerslag per vierkante meter. Je merkt nauwelijks dat het regent, tot je kleren vochtig beginnen aan te voelen. Omdat de druppels zo klein zijn en laag vallen, ziet de radar deze neerslag vaak niet. Dat maakt motregen lastig te voorspellen.

motregen, lichte regen of regen

Hoe herken je lichte regen?

Lichte regen is een stapje steviger dan motregen, maar nog steeds zacht en gelijkmatig. De druppels zijn zichtbaar met het blote oog en liggen qua grootte tussen de 0,5 en 5 millimeter. De hoeveelheid neerslag per uur blijft beperkt tot maximaal één millimeter per vierkante meter.

Deze regen kan vallen uit zowel gelaagde bewolking als uit buienwolken. Op radarbeelden is lichte regen meestal wél te zien. Je wordt er niet direct kletsnat van, maar je voelt duidelijk dat het regent.

Wat verstaan we onder gewone regen?

Bij regen in de meer klassieke zin gaat het om grotere druppels en een hogere intensiteit. De neerslaghoeveelheid loopt op tot boven de één millimeter per uur. De druppels hebben een diameter tussen 0,5 en 5 millimeter. Grotere druppels vallen vaak uiteen voor ze de grond bereiken.

Regen van deze aard ontstaat meestal uit dikkere bewolking zoals nimbostratus of uit stevige buienwolken (cumulonimbus). Vooral in instabiele weersomstandigheden kunnen die laatste leiden tot intense regenval, soms met windstoten of onweer.

Hoe ontstaat neerslag eigenlijk?

Elke vorm van neerslag begint met waterdamp die condenseert tot piepkleine druppeltjes — kleiner dan 0,02 millimeter. Die vormen samen wolken. In warme wolken (waar de temperatuur boven nul blijft) blijven de druppels vloeibaar. In hogere wolken kunnen ook ijskristallen ontstaan.

Er zijn twee belangrijke manieren waarop deze druppels uitgroeien tot regen:

  • Coalescentie: grote wolkendruppels vallen sneller dan kleine en botsen onderweg. Zo vormen ze samen grotere druppels. Is de bewolking dik genoeg (minstens 1 kilometer), dan leidt dit tot regen. Bij dunnere bewolking blijft het bij motregen.
  • Wegener-Bergeronproces: in gemengde wolken groeien ijskristallen ten koste van waterdruppels. Als ze groot genoeg zijn, vallen ze naar beneden. Afhankelijk van de temperatuur onder de wolk levert dat regen, natte sneeuw of ijzel op.

Waarom zie je motregen nauwelijks op de radar?

Nederland beschikt over twee radarstations, in De Bilt en Den Helder. Deze sturen radiogolven uit, die worden teruggekaatst wanneer ze neerslag tegenkomen. De radar vertaalt dit naar beelden, zoals je die kent van Buienradar.

Motregen bestaat echter uit zulke kleine druppels dat de radiogolven nauwelijks teruggekaatst worden. Bovendien zijn de radars iets omhoog gericht, waardoor ze pas vanaf ongeveer 1500 meter hoogte meten. Motregen valt juist daaronder, uit de onderste laag van de atmosfeer.

Gelukkig meten grondstations wél wat er op ooghoogte gebeurt. Deze gegevens worden gekoppeld aan radarbeelden, zodat je via gespecialiseerde motregenradars toch een betrouwbaar beeld krijgt van waar het miezert — zelfs als de gewone radar stil lijkt te staan.

In één oogopslag: wat valt er uit de lucht?

Om het verschil helder te maken, zie je hieronder de belangrijkste kenmerken op een rij:

  • Motregen
    • Druppels < 0,5 mm
    • Minder dan 1 mm neerslag per uur
    • Uit lage gelaagde bewolking
    • Nauwelijks zichtbaar op radar
  • Lichte regen
    • Druppels 0,5 – 5 mm
    • Maximaal 1 mm per uur
    • Uit gelaagde of buienwolken
    • Zichtbaar op radar
  • Regen (matig tot zwaar)
    • Druppels 0,5 – 5 mm
    • Meer dan 1 mm per uur
    • Vaak uit nimbostratus of cumulonimbus
    • Goed zichtbaar op radar

Of je nu nat wordt van miezeren of doorweekt raakt van een plensbui: elke vorm van regen heeft z’n eigen kenmerken en oorsprong. Dankzij kennis van neerslagtypes én moderne technieken kun je steeds beter inschatten wat je van de lucht kunt verwachten. En weet je voortaan precies of het motregent… of echt regent.

Scroll naar boven