Wat is de Waterwet en hoe wordt die in Nederland toegepast?

De Waterwet speelt een cruciale rol in het Nederlandse waterbeheer. Sinds 2009 regelt deze wet de manier waarop waterbeheerders omgaan met waterveiligheid, waterkwaliteit en wateroverlast. Voor een land dat zo sterk verbonden is met water, is deze wet van levensbelang. Maar wat houdt de Waterwet precies in? Hoe wordt deze toegepast, en wat betekent de overgang naar de Omgevingswet voor de toekomst van ons waterbeheer? Ontdek hier de kern van deze wet en wat deze betekent voor jou en je leefomgeving.

De Waterwet: een bundeling van regels

De Waterwet is in 2009 ingevoerd om acht verschillende oude wetten op het gebied van waterbeheer samen te voegen. Voorheen waren de regels verspreid over afzonderlijke wetten, zoals de Wet op de waterhuishouding en de Grondwaterwet. Door deze wetten samen te brengen, werd het waterbeheer overzichtelijker en de verantwoordelijkheden van waterbeheerders helderder vastgelegd. Bovendien werden regels toegevoegd die de kwaliteit van water en de bescherming tegen wateroverlast beter waarborgen.

Deze samenvoeging is bedoeld om de verschillende functies van water beter te reguleren. Of het nu gaat om drinkwater, scheepvaart, landbouw, industrie of recreatie, de Waterwet geeft één duidelijke basis van waaruit gewerkt wordt.

Verantwoordelijkheden van waterbeheerders: waterschappen en meer

Een belangrijk deel van de Waterwet draait om de verantwoordelijkheden van waterbeheerders, zoals waterschappen en Rijkswaterstaat. Deze instanties hebben de taak om waterkeringen, rivieren, kanalen en dijken goed te onderhouden en ervoor te zorgen dat we beschermd blijven tegen overstromingen. Daarnaast moeten ze voldoen aan bepaalde normen voor waterkwaliteit en waterveiligheid.

Om dit te realiseren, maken de waterbeheerders gedetailleerde plannen, bijvoorbeeld voor het versterken van dijken of het aanleggen van bergingsgebieden voor wateroverschotten. In sommige gevallen moeten deze plannen worden goedgekeurd door de provincies, zodat er sprake is van een gecoördineerde aanpak.

Regels voor waterkwaliteit en specifieke maatregelen

De Waterwet regelt niet alles in detail. Voor specifieke onderwerpen zijn er aanvullende uitvoeringsregels, zoals het Waterbesluit (een algemene maatregel van bestuur) en de Waterregeling (een ministeriële regeling). Ook de waterschappen en provincies hebben de mogelijkheid om eigen regels op te stellen, waarmee ze regionale uitdagingen op het gebied van waterbeheer kunnen aanpakken.

Een belangrijk aspect van de Waterwet is het handhaven van waterkwaliteitseisen. Voor oppervlaktewater worden zowel chemische als ecologische normen gesteld, terwijl voor grondwater vooral chemische kwaliteitsnormen gelden. Deze normen helpen om het water schoon en veilig te houden en zijn afgestemd op Europese richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water.

Watervergunningen: één vergunning voor alles

Een groot voordeel van de Waterwet is het vereenvoudigde vergunningstelsel. Waar er voorheen zes verschillende vergunningen nodig waren voor uiteenlopende wateractiviteiten, wordt nu alles samengebracht in één integrale watervergunning. Deze watervergunning is van toepassing op een breed scala aan activiteiten, zoals het lozen van stoffen in oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater en het bouwen op een waterkering.

Niet alles valt onder deze vergunning: de Waterwet hanteert zoveel mogelijk algemene regels om het proces voor burgers en bedrijven eenvoudiger te maken. Wanneer specifieke toestemming vereist is, kan de watervergunning worden aangevraagd bij de gemeente of het bevoegd gezag, en indien nodig zelfs gecombineerd met de omgevingsvergunning.

Een watervergunning dekt bijvoorbeeld de volgende activiteiten:

  • Lozen van verontreinigende stoffen op oppervlaktewater
  • Onttrekken van grondwater
  • Aanleggen van waterstaatswerken, zoals dijken of sluizen
  • Bouwen op of rond waterkeringen

Deze aanpak zorgt voor een heldere structuur en een eenvoudiger aanvraagproces voor alle betrokken partijen.

De overgang van Waterwet naar Omgevingswet

Hoewel de Waterwet nog vrij recent is, zal deze grotendeels verdwijnen met de komst van de Omgevingswet in 2024. De Omgevingswet voegt alle regels voor de fysieke leefomgeving samen en maakt daarmee het waterbeheer onderdeel van een breder geheel. Zo wordt het proces van vergunningaanvragen verder gestroomlijnd en worden de regels overzichtelijker.

Niet alle onderdelen van de Waterwet worden echter opgenomen in de Omgevingswet. De financiële regelingen, zoals de verontreinigingsheffing en de grondwaterheffing, blijven bijvoorbeeld buiten de Omgevingswet. Ook bepalingen rond het Deltaprogramma blijven voorlopig in de Waterwet.

Gedoog- en duldplichten voor grondeigenaren

Een ander onderdeel van de Waterwet dat een rol speelt in het dagelijkse leven, is de gedoog- en duldplicht. Dit betekent dat eigenaren van grond die grenst aan watersystemen bepaalde waterbeheeractiviteiten moeten tolereren. Dit kan betekenen dat, bijvoorbeeld tijdens zware regenval, tijdelijk water geborgen moet worden in een aangewezen bergingsgebied op hun terrein.

Deze verplichting is niet nieuw, maar de Waterwet biedt een heldere juridische basis hiervoor. Het doel is om wateroverlast in dichtbevolkte gebieden zoveel mogelijk te voorkomen en de veiligheid te waarborgen.

Waarom de Waterwet van cruciaal belang is voor Nederland

De Waterwet vormt een onmisbaar fundament voor het waterbeheer in Nederland en regelt alles van waterkwaliteit tot waterveiligheid. Door de samenvoeging van meerdere wetten biedt de Waterwet een overzichtelijke en effectieve benadering van waterbeheer, met een heldere rolverdeling voor instanties zoals waterschappen en Rijkswaterstaat.

Met de komst van de Omgevingswet zal het waterbeheer in Nederland opnieuw worden hervormd, waarbij veel onderdelen van de Waterwet opgaan in een breder kader. Deze verandering belooft een nog beter georganiseerde aanpak van water en omgevingsbeheer, wat van groot belang is in een land dat voortdurend de strijd met het water aangaat.

Scroll naar boven